maaike.reismee.nl

Pindakaas en Parbode

Pindakaas in de koelkast

Vandaag heb ik vrij, de nieuwe Parbode is naar de drukker, dus we kunnen even rustig aan doen. Ik besteed mijn vrije dag op z'n Surinaams: in de hangmat (evt. met computer). Ik kom er alleen uit om te eten en te drinken. Jullie kunnen je voorstellen hoe moeilijk het hier is om je aan te passen aan de plaatselijke gewoonten. De hele dag in de hangmat liggen, het is een zwaar leven.

Het is vandaag weer eens lekker warm, m'n oren zweten in de koptelefoon die ik op heb. De pindakaas staat veilig in de koelkast, zodat het niet veranderd in een smurrie die in een vette laag drijft (had ik vorige week, bah!). Als ik het brood uit de vriezer haal is het ontdooid op het moment dat ik het heb gesmeerd, handig! Magnetron in de buitenlucht!

Gisteren is er jammer genoeg weer iets gestolen. Het slot van het hek. En nee, ik had niet de sleutel er in laten zitten. We hadden het hek open gedaan en vergeten om het slot dicht te klikken. Nog geen half uur later was het verdwenen. Als je dus nog eens bij iemand een slot open ziet hangen, snel meenemen, want je kan het verkopen voor het koper! Weer wat geleerd.

Parbode: Léés dat blad!

Het is natuurlijk niet iedere dag hangmat-feest. Vorige week nog; toen ben ik er namelijk uit gevallen. Ook zijn er heel wat uurtjes die ik niet in de hangmat doorbreng. Er moet natuurlijk ook gewerkt worden. En dat is ook geen straf.Ten eerste is het hier heel gezellig, en we drinken twee flessen cola per dag per persoon (goed voor mijn tanden!). Daarnaast hebben we om de hoek de fantastische broodjeszaak 'handje contantje' waar we iedere dag een lekker broodje gebakken vis of saucijs (=knakworst met kousenband) halen.

Tussen al die belangrijke zaken door maken we een tijdschrift, Parbode. Iedereen die mijn stukjes wil lezen, kan kijken op http://www.parbode.com/. Je kunt gratis registreren, en dan kun je inloggen. Daar kunnen jullie zien dat het hier niet één grote vakantie is, maar dat ik ook heus wel wat doe.

Sterker nog, ik doe eigenlijk best veel. Komende week ga ik naar het binnenland, naar het prachtige wereldberoemde plaatsje Pikienslee. Ze zijn daar een museum (drie hutjes) aan het bouwen, waar de plaatselijke kunstenaars hun waar ten toon kunnen stellen, en kunnen verkopen. Trekt gelijk toeristen, een 'museum'. Nu gaan er een boel Nederlandse kunstenaars heen, die gaan daar ook kunst maken, en ik kan met ze mee reizen. Uiteraard ga ik vooral voor het Surinaamse verhaal. Aangezien Pikienslee niet om de hoek ligt, mag vriend Hangmat ook mee. Oja, en vriend Klamboe, de Grote Beschermer tegen de vijand, de malariamuskiet. In de stad ga ik niet in zo'n tent liggen, maar in Pikienslee wonen andere muskieten dan hier, dus er zit niets anders op.

De reis naar Pikienslee gaat, zoals ik al eerder zei, wel even duren. Eerst lekker vijf uur hobbelen in de bus over de bauxietweg, en daarna nog drie of vier uur met een korjaal (lange smalle boot). We blijven daar vier dagen. Ik hoop dat ze daar wel een wc hebben, want van dat soort 'natuurleven' houd ik niet zo. Douchen in de rivier: oké, maar ergens in de bosjes gaan zitten, nee bedankt. Maar dat zal vast wel geregeld zijn. Ik neem foto's mee voor de dorpskapitein (is weer eens iets anders dan een fles rum). Een paar jaar geleden is er een overstroming geweest en heeft er een foto van de kapitein in Nederland in de krant gestaan. Die gaan we printen en inlijsten.

Ondertussen ben ik nog allerlei andere verhalen aan het maken, maar daarover de volgende keer meer. Iedereen is ondertussen vast wel murw van het lezen. Ik hoop dat het goed gaat met iedereen, en als ik een keer niet terug mail is dat niet uit desinteresse, maar soms weet ik niet meer wie ik een antwoord heb gestuurd en wie niet! Een kleine 'reminder-mail' wil nog wel eens helpen!

Tripje naar Bakaaboto

Zo, er is alweer een maand voorbij. De tijd gaat hier heel snel, maar toch heb ik al veel gedaan. Doordeweeks veel werken, maar ieder moment dat ik vrij ben voelt als vakantie. Dit weekend ben ik voor het eerst écht een eind het bos in geweest. We gingen in een busje met 25 stagiaires (lekker proppen) vijf uur rijden naar Bakaaboto, een soort Center Parcs, maar dan op z'n Surinaams. Er zijn tientallen van dit soort plaatsjes, en Surinamers zijn er dol op. In het weekend of in de vakantie (hier is het nu vakantie) trekken ze er op uit, en dat hebben wij dus ook gedaan.

Het werkt als volgt: je gaat met zn allen (in principe je hele familie, maar wij dus met stagiaires) in een veel te klein busje zitten, met een tas met een hangmat en zwemspullen, je stapelt het eten (vlees, vis, rijst, lekker geen groenten) en water tot het plafond. Voltanken, je weet immers niet wanneer er weer een tankstation is, en rijden maar. Tenminste, het eerst uur. Daarna zou ik het eerder hobbelen noemen, over een rode stoffige bauxietweg. Dat gaat dan nog een paar uurtjes door, even stoppen bij het laatste supermarktje om een borrel voor 's avonds te kopen, en dan nog een paar uurtjes. Eenmaal uitgehobbeld weet je dat je niet voor niets afgezien hebt.

Een prachtig rustig (totdat wij aankwamen) plekje aan de Surinamerivier, waar je heerlijk kunt zwemmen in een stroomversnelling die ik tot nu toe alleen nog in Center Parcs heb gezien. Maar dan beter en mooier. (zwemmen is hier echt heel belangrijk in het weekend, voor mij in ieder geval, want het is vandaag bijvoorbeeld 37 graden, zonder wind, lekker warm) De dag ziet er verder als volgt uit: zwemmen, eten, met een bootje varen, eten, bij een creools dorpje kijken, eten, zwemmen, eten, nog meer eten. Oja, slapen, ook heel belangrijk. Een deel van de mensen sliep in een hangmat, ik heb gewoon in een bed geslapen. Misschien volgende keer een hangmat. Douchen heeft niet zoveel zin, het water komt toch uit de rivier.

De volgende dag hebben we met een paar mensen een wandeling door de jungle gemaakt. Ik dacht dat we gewoon op een bospad gingen lopen, want volgens de gids was het niet erg dat ik op mijn slippers en in een korte broek was. Nou, niks bospad. Twee uur door de modder ploegen. Gelukkig geen slangen of andere enge beesten gezien, vooral veel bomen en modder. Toen ik eruit was hebben we er een stoer verhaal van gemaakt voor de anderen die niet mee waren. Het was zeker de moeite waard.

Avontuur 1: ontbijt halen

Het is half acht 's morgens, tijd om naar de Combé supermarkt te lopen voor ontbijt. Met mijn Albert Heijn kar waarvan minimaal drie wielen niet rijden, wring ik me door de kassa's heen een weg naar binnen. ,,Dag meisje, ik zie jou voor het eerst, kan ik je helpen'', hoor ik achter me. Ik kijk achterom maar betwijfel direct of dat een goed idee is. Hier kom ik de komende tien minuten niet meer vanaf. ,,Ben je nieuw hier, wat wil je eten, wil je een kamer huren?'' Nee, niks, nee, bedankt. ,,Wil je echt geen leuke kamer bij me huren voor 300 euro per maand?'' Nee. ,,Weet je iemand anders die een kamer wil huren?'' Nee. ,,Wil je mijn telefoonnummer zodat je me kan bellen als je iemand hebt gevonden die een kamer wil huren?'' Nee. Eenmaal buiten kijk ik mijn ogen uit.

Dikke ratten kruipen langs een klein slootje langs de kant van de weg. Ondertussen stopt er een auto naast me en wordt het portier geopend. ,,Kom schatje, stap in.'' Nee bedankt. ,,Stagiaire, zijn die tassen niet veel te zwaar, laat me je helpen'', klinkt even later vanaf de overkant.

Vrienden maken in het vliegtuig

Dikke onweerswolken met bijbehorende bliksem zorgen ervoor dat het vliegtuig waar ik al zo'n tien uur in vertoef, niet kan landen. De twee Nederlandse Surinamers die naast me zitten zijn er na vier uur kletsen met mij en met elkaar achter gekomen dat ze, je raadt het nooit, familie zijn. ,,Als ik niet gezellig kan kletsen dan vraag ik altijd een ander plekje'', zegt de Surinaamse man naast me. In mijn naiviteit heb ik verteld waar ik stage ga lopen, maar nu wil hij graag weten op welk huisnummer dat is. ,,Ehh, ik weet het nummer niet'', zeg ik snel. ,,Ach meisje als je het nummer weet kom ik je van de week gezellig opzoeken op je werk. Je mag ook meerijden naar de stad zo meteen vanaf het vliegveld.''

Eenmaal uit het vliegtuig ontfermt de Surinaamse vrouw die twee stoelen verderop zat zich over me. ,,Mag jij wel zo ver weg van je moeder? Ik heb zelf een dochter van 22, en die gaat echt niet zonder mij op vakantie.'' Ze is behoorlijk bezorgd. ,,Kijk, daar is een andere stagaire, zal ik even vragen of je met haar in een taxi kan?'' Eén minuut later is het geregeld.

Het is hier heel warm en heel nat. Denk aan een badkamer zonder afzuiger of raam waar je een uur gaat douchen. Nou, dan tel je er 10 graden bij op, en zo voelt het hier.

Eenmaal bij het huis aangekomen is het al donker. Een hek voor de ingang en het 'dievenijzer' voor alle ramen en de voordeur moet insluipers buiten houden. Ik zit hier niet alleen, de dochter van de hoofdredacteur slaapt in de kamer naast mij, en de uitgever van het tijdschrift en zijn vrouw wonen in een huis op het zelfde terrein.